Kun je, als introductie, iets over jezelf vertellen?
Vaak vragen mensen “wat doe je?”, dan zeg ik altijd: ik dans en ik ben choreograaf. Maar dat wat ik maak de afgelopen jaren is niet meteen wat je kan zien als dans eigenlijk. Ik heb klassiek ballet gedaan, ik heb dans gedaan in P.A.R.T.S. Maar het medium waarin ik vooral nu werk is beweging of choreografie in de brede zin van het woord: alles dat met tijd en ruimte te maken heeft. Alle voorstellingen die ik maak, zoals Hear, komen voort uit dat wat ik in mijn lichaam heb opgeslagen door zolang als danser aan het werk te zijn. Ik vind het meest interessante aan dans de ervaring op zich. Ik vind het vaak interessanter om zelf te dansen, want die ervaring rond tijd en ruimte is gewoon iets ongelooflijk boeiends en interessants. Ik probeer situaties te creëren waarin ik dat kan overbrengen aan het publiek zelf. Dus dat het publiek niet de ervaring ziet, maar zelf ondergaat. Hear, zoals we dat nu gaan presenteren, gaat over beweging, ruimte en tijd. Maar deze keer niet via het visuele, maar puur door het auditieve. Wat is beweging, wat is ruimte, wat is tijd als we het waarnemen via onze oren in plaats van onze ogen.
Merk je verschil in publiek tussen verschillende landen en/of steden?
Er zijn wel verschillen, maar het meest frappante is eigenlijk het omgekeerde: de gelijkenis. Dat er toch meer gelijkenissen zijn dan verschillen. De ervaring is over het algemeen wel hetzelfde, maar het zijn eerder de codes die anders zijn. In Nederland is er na een voorstelling meestal wel een staande ovatie, terwijl dat in België niet gebeurd bijvoorbeeld. In België is het gewoon dat je 3 keer terugkomt voor applaus, terwijl in Zuid-Afrika gebeurt dat nooit en is het gewoon 1 keer en dan is het gedaan.
Hoe zie je de maatschappelijke rol van theater?
Ik ben al jaren bezig met vipassana meditatie (soort Boeddhistische meditatie vorm). Vipassana betekent de realiteit zien zoals ze eigenlijk is en het gaat ervan uit dat de manier waarop wij naar de wereld kijken en observeren en de wereld ervaren, ook bepaald hoe wij in die wereld staan en hoe wij handelen in die wereld en hoe wij denken over die wereld. Bijvoorbeeld Copernicus die beseft dat de zon niet rond de aarde draait, maar de aarde rond de zon. Dat inzicht, dat andere wereldbeeld, is een andere manier van kijken dat een ongelooflijk grote rol gaat spelen in de verdere ontwikkeling van de mens. Want dan is de aarde niet meer het centrum van het universum. Dit is ontdekt door een eerste fysieke observatie met een telescoop en dergelijke berekenen. Daarom wil ik altijd die manier van observeren en ervaren uitdagen, omdat wij op die manier ook gevormd worden in wie wij zijn, hoe wij handelen. In die zin hebben mensen in Hear de mogelijkheid om zich volledig onder te dompelen in een nieuwe realiteit die er al is. Wij maken gebruik van de auditieve wereld die er al is, om daarin te verdiepen.
Je zegt over eerder werk dat de essentie van theater voor jou kijken en bekeken worden is. In deze voorstelling is het publiek gedurende de hele voorstelling geblinddoekt. Hoe kan de toeschouwer het kijken en bekeken worden in dit werk ervaren?
In Hear nemen we in die zin ook afstand van het kijken en bekeken worden. Maar wat nog altijd essentieel is dat je die twee rollen nodig hebt; dat je elkaar nodig hebt. De essentie van kijken en bekeken worden gaat ook over een fysieke handeling, het gaat over “ik besta alleen maar dankzij de ander.” Ik ben alleen maar Benjamin, omdat jij nu naar mij luistert. In die zin bestaat de voorstelling alleen maar omdat er ook geluisterd wordt. Het kijken en bekeken worden, dat is de essentie van theater, is een contract tussen het publiek en de performer. Dit kan ook via het gehoor worden aangesproken.
Je gebruikt vaak alledaagse middelen om de hedendaagse realiteit, hoe wij (samen)leven, op een poëtische of verrassende manier te laten zien. Welk aspect van de werkelijkheid zou je hierna willen blootleggen en met welke middelen?
Ik ben bezig met een nieuwe voorstelling. Om de realiteit op een andere manier te observeren, heb je altijd een kader nodig die die andere realiteit genereerd. In de nieuwe voorstelling, Walk in the line, creëren we die positie door middel van de kracht van de groep. We gaan op wandel met een groep mensen, het publiek, die nemen elkaars handen vast. Je vormt dus eigenlijk een grote slinger. Maar door je te verbinden met die groep verdwijn je een beetje; ga je op in die groep. Als je dan buiten rondwandelt dan wordt je op een of andere manier onzichtbaar. Iedereen rondom jou spreekt de groep aan, maar niet jou individueel. Waardoor je jouw individu eventjes kwijt bent en je wel ongegeneerd rond een aantal mensen kunt staan in een groep omdat de groep jou ook beschermd. Je kunt ongegeneerd op de grond gaan liggen als groep, omdat niemand daar dan een vraag over gaat stellen. Als je dat alleen zou doen, zou je veel kwetsbaarder zijn. Door die heel eenvoudige geste van ‘we nemen elkaars handen vast’ creëer je je kijkpositie en wordt je een soort van ghost die door de dagdagelijkse realiteit kan wandelen. Het fysiek is ook hier dus het middel om te laten ervaren.