Ga naar de inhoud
  • Nieuws

Ruimte maken, hiërarchieën afbreken: Radouan Mriziga’s 7

27.10.2020

7 is het laatste deel van een trilogie waarin Radouan Mriziga de relatie verkent tussen het menselijk lichaam en de ruimtes die het bouwt en inneemt. Lees hier het interview door Morgan Amonett.

Door Morgan Amonett, voor Wexner Center for the Arts (Columbus – USA), 4 november 2019

7 is het laatste deel van een trilogie waarin Radouan Mriziga de relatie verkent tussen het menselijk lichaam en de ruimtes die het bouwt en inneemt. Ik mocht Mriziga op afstand spreken. Aan bod kwamen zijn achtergrond, de onderliggende concepten voor zijn trilogie en zijn toekomstplannen.

Mriziga groeide op in Marrakech, waar zijn jeugd zich afspeelde in en tussen de prachtigste ruimtes die ooit door de mens zijn gebouwd. Een traditionele kunstopleiding in de zin van geïnstitutionaliseerd onderwijs was er echter niet voor hem. In plaats daarvan werd zijn artistieke smaak gevoed door de schitterende voorbeelden van eeuwenoude architectuur en geometrische motieven, straatkunst en de hiphopcultuur. Maar ook door sport en zijn liefde voor de wiskunde. Toen hij uiteindelijk een dansopleiding ging volgen, vormden deze rijke, alomtegenwoordige en voor iedereen beschikbare bronnen een blijvende inspiratie voor hem.
Mriziga heeft het vaak over de hiërarchische verhouding tussen het intellect, het lichaam en de geest. De “westerse” neiging is – al eeuwenlang – om het intellect boven het lichaam en de geest te stellen. Maar volgens hem is deze gedachtegang verkeerd. Hij wil juist bewijzen dat het intellect en het lichaam horizontaal naast elkaar bestaan. Dat wil zeggen: (grotendeels) op gelijk niveau. Ze zijn voor hem niet een en hetzelfde; binnen de abstracte context van de kunst ziet hij verschillende gradaties. Hij heeft oog voor de emotionele en intuïtieve aspecten in reacties op zijn werk. En op andere kunstwerken.
Als je handelt naar deze giftige gedachtegang, zegt hij, onderwerp je je aan nog een soort hiërarchie: een waarin meer waarde wordt gehecht aan bepaalde communicatievormen en methoden om kennis op te slaan dan aan andere. Uiteraard zijn de hoogst gewaardeerde methoden de “westerse”. Binnen deze classificatie is alle geschreven of empirisch toetsbare informatie vanzelf waardevoller dan informatie die op andere manieren wordt gecommuniceerd. Zo’n schaal van geaccepteerdheid marginaliseert volken en culturen die kennis op andere manieren opslaan, doorgeven en bespreken. Door het beperken van onze manieren van informatieverspreiding en -consumptie, beperken we onszelf ook tot slechts een beperkt aantal manieren om ons uit te drukken. Zo verliezen we hele dimensies en lopen we veel kennis mis.

De trilogie: 55/3600/7

In de drie stukken van de trilogie zet Mriziga deze ideeën centraal. Zo daagt hij zijn publiek uit om opnieuw na te denken over de hiërarchie tussen brein/lichaam/geest en om nieuwe manieren te accepteren om te communiceren en kennis toe te passen. In 55, het eerste deel van de trilogie, bouwt hij een tweedimensionale ruimte met krijt en tape. De maatvoering van deze ruimte is ingegeven door het lichaam en de beweging ervan. Zijn definitie van het lichamelijke is hier gebaseerd op wat het lichaam creëert, en wat het lichaam creëert is gebaseerd op het lichaam. Het lichaam definieert de ruimte, en dus is de ruimte specifiek voor dat lichaam gemaakt. In 3600 breidt hij dat idee en de fysieke uiting ervan uit: het bouwwerk in dit stuk is driedimensionaal.

7 is het meest complexe deel, maar tegelijk ook het meest toegankelijke. Hierin voegt hij tijd en verbeelding toe aan de andere drie dimensies. Hij nodigt het publiek uit om zelf mee te werken. Mriziga vertelt dat de ruimte die hij in 7 bouwt, wordt gevormd door de ruimte die het publiek al inneemt. Hij liet zich inspireren door de zeven wonderen uit de Oudheid. Hij vertelt dat de deelnemers die monumenten in hun verbeelding oproepen; ze zien ze niet daadwerkelijk voor zich op het toneel. Op die manier wordt de ruimte door collectieve inzet opgebouwd.

Toekomstplannen

Mriziga is van plan om in zijn nieuwe project de opbouw van de “westerse” canon uit te dagen. Hij doet dat via de “epistemologie en de mythologie van de Tamazigh, de oorspronkelijke bewoners van Noord Afrika.” Hoewel deze cultuur van grote invloed is geweest op andere, bekendere oude culturen in het Middellandse zeegebied, zijn deze volkeren door academici grotendeels genegeerd. Zijn nieuwe stuk is een kritisch onderzoek naar de redenen hiervoor en daagt opnieuw het “westerse” construct van kennis uit. Zo vult hij de geschiedenis aan van een complexe en invloedrijke cultuur die een andere manier van kennisdeling hanteert.

Radouan Mriziga (1985) is een Marokkaanse choreograaf en danser die momenteel in Brussel woont en werkt. Nadat hij in Marokko, Tunesië en Frankrijk was opgeleid tot danser, voltooide hij zijn opleiding aan het Brusselse PARTS. Kort daarna maakt hij zijn eerste eigen werk, de solo 55, in 2016 gevolgd door het groepswerk 3600 en in 2017 door het volgende groepswerk, 7. Zijn werk is op festivals en in de theaters over de hele wereld te zien geweest. In zijn voorstellingen verkent hij de relatie tussen beweging, constructie en compositie. Met zijn focus op de mens als maker van zijn omgeving legt Mrizigi in zijn choreografieën de link tussen het bewegende lichaam, de vorm van alledaagse materialen en de architectuur van de bebouwde omgeving. Mriziga is artist-in-residence van het Moussem Nomadic Arts Centre en van 2017-2021 van het Kaaitheater in Brussel.

7 is te zien op SPRING in Autumn 2021 op 30 en 31 oktober november in de Werkspoorfabriek. Tickets vind je hier.

Foto: Bea Borgers

Delen

Beweging aan Beweging uit