Ga naar de inhoud
  • Nieuws

Interview Dries Verhoeven

05.10.2017

Theatermaker Dries Verhoeven over zijn nieuwste ‘levende installatie’ Phobiarama (19-29 oktober te zien voor Stadsschouwburg Utrecht)

Kun je jezelf even voorstellen?

Ik werk op het grensgebied tussen de beeldende kunst en het theater. Ik hoop situaties te ensceneren waarin een publiek zichzelf mag onderzoeken. Zie het als een laboratorium: dat wat er in de realiteit gebeurt reduceer ik tot een min of meer overzichtelijke confrontatie tussen kijker en bekekene. De kijker ondervindt zijn of haar eigen autorespons en mag die vervolgens in al haar facetten ontleden.

Wat drijft jouw creativiteit?

Twijfel, zachtheid, onzekerheid. De momenten dat ik zelf even niet weet hoe ik moet reageren zijn super waardevol voor me. Ik hoop die momenten te hercreëren voor een publiek, hem of haar mee te nemen in mijn eigen twijfel.

De afgelopen paar jaar is jouw werk op een heel uitgesproken manier politiek geworden. Waarom heb je daarvoor gekozen?

Het is een groeiend bewustzijn van de impact die het politieke heeft op het persoonlijke. Mijn verhouding tot mijn Turkse buren wordt, of ik het nou wil of niet, beïnvloed door de newsfeed die ik dagelijks consumeer. Als Mark Rutte een brief schrijft aan zogenaamd “alle Nederlanders”, dan grijpt dat in, heel tastbaar in de manier waarop we in de tram naar elkaar kijken. Ik hoop kritisch te kijken naar de manier waarop diegenen met invloed zich uitspreken, welke boodschap ze verwoorden en met welke woorden. En ik hoop het te hebben over onze receptie voor die newsfeed, hoe vatbaar we willen zijn voor het berichtensalvo dat op ons wordt afgevoerd.

Je hebt een boek gepubliceerd met de titel Scratching Where It Hurts. Waar krab je aan met Phobiarama?

Ik krab aan de angstreceptoren. Ik heb me laten inspireren door de tactieken van terroristen, politici en angstprofeten die er baat bij hebben dat we ons onzeker en alert voelen. Ik thematiseer dat krabben; wat gebeurt er met onze onderlinge verhouding als we bang worden gemaakt voor een al dan niet fictieve vijand?

Je vermijdt de traditionele theaterruimte. Wat voor soort situaties probeer jij voor je publiek te creëren?

Ik hoop altijd een ontmoetingsruimte te creëren, een domein waar een bezoeker door een performer wordt uitgedaagd zijn eigen blik te onderzoeken, de onbewuste gedachten die verscholen liggen achter wat we denken te zien. In Phobiarama heb ik het over onze instinctieve respons tot gevaar, ik denk dat het theater als speelplek tekortschiet om dat instinct echt te ervaren, ze bestaat bij de gratie van afstand. Ik hoop ruimtes te ontwerpen waar je middenin de actie staat.

Phobiarama gaat over populisme en angst. Wat voor mogelijkheden heeft een kunstenaar om hierop te reageren?

Het is al te makkelijk om het onderbuikgevoel van de PVV stemmer als irrationeel weg te zetten. Liever ensceneer ik de boze droom van Geert Wilders en voer ik het publiek mee in die droom. We zijn allemaal sterfelijke wezens. Ik denk dat het zin heeft het deel van onszelf te erkennen dat openstaat voor populisme en angstretoriek of dat onder andere omstandigheden zou doen.

Als je geen kunstenaar was geworden, wat was je beroep dan? En waarom?

Banketbakker, een droom die ik had tot m’n 18e. Nog steeds maak ik met liefde een kruisbessentaart.

Phobiarama is tussen 19 en 29 oktober te zien op het Zocherplantsoen (voor Stadsschouwburg Utrecht). Meer info en tickets.

Delen

Beweging aan Beweging uit