Naakt in Utrecht

 

To be naked is to be without disguises. John Berger

Een strakblauwe lucht, geen blad aan de boom, het gras bedekt met een laagje rijp. De tuin van het Centraal Museum Utrecht. Een zaterdagochtend in maart. En ik lig languit op het gras naast het slingerpad. Ik hoor de kwetterende vogels. Stemmen om mij heen. Een diepe rust. De kou die minder koud blijkt, maar die toch langzaam mijn lijf binnendringt. Ik kijk naar de lucht. Ik adem diep. Ik ben ontspannen. Ik ben niet alleen. Ik ben deel van een geheel. Ik ben een schakel in een keten van naakte lichamen. Ik ben deel van een SPRING performance. Ik ben danser, zij het een verstilde en verkilde.

Dertig mensen zijn deel van deze happening. Zonder alcohol, zonder drugs, zonder goeroe en zonder kleren. Het is mogelijk om je buiten je comfortzone te begeven terwijl je nuchter bent en niet verdwaasd door een ideologie of leider. Ik heb mijzelf deel gemaakt van een voorstelling. Niet langer ben ik een passieve toeschouwer die zichzelf heel progressief vindt bij de aanvaarding van het naakt op het podium bij SPRING, maar participeer ik in een voorstelling, waarvan ik zelf medeorganisator ben: het Dronude Utrecht Project.

Om half negen verzamelt de groep zich bij de grote rode stoel van Baas die op de wisselsokkel voor het Centraal Museum staat. Aan de gevel wappert een lang blauw/geel lint als steunbetuiging aan Oekraïne. Ver weg en tegelijkertijd dichtbij. Hier gaat het leven door, een leven in vrijheid. Het nieuws doet je beseffen hoe kwetsbaar en breekbaar vrijheid is. Vrede is een noodzakelijke voorwaarde voor een cultureel leven en een staat die de vrijheid van expressie waarborgt evenzeer.

Dertig modellen zijn bereid gevonden om naakt te poseren voor dit kunstproject. Er is koffie en thee. De formulieren voor de handtekening voor toestemming van de modellen worden rondgedeeld. Durden heet iedereen welkom. Er zijn enkele modellen die eerder met hem gewerkt hebben, maar voor de meesten van ons is dit de eerste keer. Voor mij ook. Daarom lig ik dus zelf op een zaterdagochtend naakt in de museumtuin. Het rare is dat het niet raar voelt. Het voelt wel raar om er met andere mensen over te praten, maar de ervaring zelf is niet raar. Een van de assistenten merkt  op dat hij zich juist ongemakkelijk voelt om als een van weinigen wel aangekleed te zijn. Normaal wordt immers gedefinieerd als wat de overgrote meerderheid doet. Hoe ver weg het publiekelijk naakt ook weggestopt is, zo simpel blijkt het te doorbreken. Deze groep vrijwillige modellen vindt het niet moeilijk zich uit te kleden en plein public en bloot rond te lopen.

We doen drie sessies. Eerst een slingerlijn langs het slingerpad. We liggen eerst op onze rug met handen om de voeten van degene boven je. Zo voel je jezelf veilig ingeklemd tussen twee anderen. Bloot verbonden met buiten, met de aarde, met de stad, met de anderen voelt dit intens en prettig. Het aanraken maakt dat ik me voel opgenomen in het geheel. De coronamaatregelen zijn na twee jaar net weer opgeheven en aanraken is nog meer taboe geworden dan het al was. Daar komt nog de metoo van ongepaste aanrakingen overheen en zo is aanraken bijzonder geworden. Deze fotosessie performance is een safe space. Iedereen is relaxt, er is een veelvormigheid van lichamen, de mensen spreken met elkaar. Na elke sessie is er gelegenheid om in de Tuinzaal van het museum weer warm te worden en koffie/thee te drinken. Grappig is dat er verschillende vormen van aankleding zijn dat liep van mensen die zich snel volledig aankleedden, badjassen, onesies, via het naturistentenue van alleen bovenkleding, tot geharde naturisten die naakt bleven terwijl de meerderheid zich weer als textielmens vermomde. De tweede sessie is op het trapeziumvormige grasveld omkaderd door museummuren. We liggen kriskras in het trapezium. Het ziet er uit als een groep roze biggen op een veldje, inderdaad, weinig flatteus. De zon heeft inmiddels het gras bereikt en we liggen geruime tijd dicht op elkaar in de zon. De gangmakers tappen moppen. We voelen ons weer een groep.

Als vrijdenkende individualist ben ik huiverig voor groepen, huiverig om me in groepen te begeven. Maar dit keer voel ik me juist huis en op mijn plaats, plezierig. De naaktheid maakt daar denk ik wel een belangrijk deel van uit. De groep is gekleed veel diverser dan naakt. Natuurlijk zijn de naakte lichamen verschillend, maar veel minder verschillend dan met kleding. Dat zie je goed op de foto’s: van een afstand zijn mensen nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Dat er een grote verscheidenheid aan lichamen is, is ook prettig. Je weet dat je je ergens op een schaal bevindt. En ook fijn om eens echte mensen te zien en niet de geïdealiseerde lichamen die op het scherm te zien zijn. Ik had gedacht dat het lastig of ongemakkelijk zou zijn om met naakte mensen te praten, maar dat valt reuze mee. De groepssfeer was gemoedelijk. We hadden een gedeeld avontuur. Een gedeelde maatschappelijke overschrijding van de norm, van het normaal.

De derde sessie is een cirkel. Deze wordt niet op het gras, maar op de vierkanten houten vlonder van het terras van het museum gelegd. Rillend lig ik op mijn rug. Wanneer iemand opmerkt: ‘Kou is ook maar een emotie’ krijg ik last van cognitieve kortsluiting. Als ermee bedoeld wordt ‘je kunt je deels over kou heenzetten door diep adem te halen en je te ontspannen’ dan is dat prima, maar kou is geen emotie (niet zo min als blauw een cirkel is). We gaan zitten met de armen om elkaars schouders. Dat is voor mij het hoogtepunt van de fotosessie. Het samenzijn. Het gevoel van een gedeeld project. Dat wij model staan voelt als bijzaak. We zien de drones hoog in de lucht en we horen ze zoemen als wespen in de zomer, maar we zijn in het nu en met elkaar. Er wordt gelachen en vooral zijn we bezig te zijn. Iedereen gelijk, armen om elkaars schouders, kwetsbaar en open in onze naaktheid. Wellicht dat mensen verschillende politieke en morele opvattingen hebben, maar hier zijn we dan toch als eenheid. Ik besef wel dat deze vorm van samenzijn cultuurhistorisch een niche is: dat de samenleving dit naakt samenzijn tolereert, dat er mensen zijn die dit willen, dat iedereen zich passend gedraagt. Ik voel mij in het paradijs.

Ik heb mijzelf in deze situatie geschreven. Ik heb weliswaar een boek over naturisme geschreven, maar ik ben vooral een theoretisch naturist die af en toe naar de sauna gaat en een naaktstrand bezoekt als het uitkomt. Een naturistencamping, het nec plus ultra van naturisme, ligt, tot op heden, buiten mijn verbeeldingshorizon. Naakt in de stad is voorbehouden aan de vele blote standbeelden. Het Dronude Utrecht Project brengt naakt op een esthetische manier terug in de stad. Het is interessant om je af te vragen als je een stad te binnen schiet of een dergelijk project in die stad zou kunnen. Er zijn steden waarvan het ondenkbaar is dat het zou kunnen, in veel landen wordt openbaar bloot absoluut niet getolereerd. Maar ook in Nederland zijn er nog groepen die zeer nudofoob zijn. Denk aan de refo’s en moslims. Toen vorig jaar het programma Gewoon Bloot op televisie verscheen waarbij volwassenen zich naakt toonden aan kinderen en kinderen commentaar mochten geven met de gedachte om bloot te normaliseren, diende de SGP een petitie bij de Tweede Kamer in een poging de het programma te verbieden.

Het Dronude Project heeft raakvlakken met SPRING voorstellingen en andere performances. Zo was er in 2021 de voorstelling Ensaio para uma cartografio van Monica Calle met naakte vrouwen die geen professionele acteurs of dansers waren en waar empowerment centraal stond. Ook doet Dronude mij denken aan een voorstelling waar ik vorig jaar was: de indrukwekkende voorstelling Habitat/Amsterdam van Doris Uhlich in Frascati in Amsterdam. Deze voorstelling bestond uit een gechoreografeerd rave dansfestijn met veertig naakte vrijwilligers die zich tussen het publiek door bewogen. De transgressie van wat normaal is, was hier nog wel flink heftiger dan bij dronenude. Toen ik er als toeschouwer tussen stond, vroeg ik me ook steeds af of ik het zou durven en hoopte ik dat dat het geval zou zijn. Het publiek was razend enthousiast en klapte tijdens het applaus de handen rood.

Het voelt mooi om deel te kunnen uitmaken van een kunstwerk. Ik ervaar die vrijheid nu nog sterker in een wereld waarin de vrijheid op het spel staat. Het is mooi om te spelen, met elkaar mooie dingen te maken en vrolijk en vrij naakt te zijn.

Blog door Floris van den Berg

Foto door Tom Durden

Benieuwd naar de tentoonstelling? Klik hier voor meer informatie over het Dronude Project.

& meer

1
 
 

SPRING passe-partout